In dit eerste hoofdstuk van de cursus beleggen voor beginners nemen we een aantal belangrijke begrippen met u door die erg belangrijk zijn wanneer u start met beleggen. Deels hebben deze begrippen te maken met CFD beleggen maar vrijwel alle begrippen zijn toepasbaar op alle beleggingsmethoden. Een goede kennis van de begrippen zal u verder in de cursus helpen de theorie en praktijk beter te begrijpen. In de toekomst zal het zelfs zo zijn dat de beleggers met meer begrip van de theorie ook beter beleggers zullen worden. Het doornemen van deze begrippen is daarom ook belangrijk.

cursus beleggen voor beginners

Aandelen:

Effecten die een deel van het kapitaal van een onderneming vertegenwoordigen. De eigenaar van het effect, de aandeelhouder, is dus mede-eigenaar van de onderneming. Een gewoon aandeel geeft hem recht op dividend en stemrecht in de algemene vergadering. Een kenmerk van een aandeel is dat deze verhandeld worden op de beurs.

Beleggen:

Beleggen is het vastleggen van geld in een product met een bepaalde waarde, om hiermee in de toekomst rendement te behalen. Het vastleggen van dit geld kan in een groot aantal verschillende producten zoals aandelen, grondstoffen of obligaties.

Broker:

Een onderneming die fungeert als tussenpersoon bij het aan- en verkopen van effecten, in dit geval CFD’s.

CFD’s:

CFD staat voor Contract for Difference. CFD’s zijn een beleggingsproduct waarbij u handelt met een hefboom en hierdoor een grotere positie kan aangaan dan bij conventionele beleggingsproducten. Door de hefboom kunt u grotere rendementen behalen met dezelfde inleg.

Effecten:

Effecten is een verzamelnaam voor verhandelbare papieren die een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Deze waarde kan van alles zijn, bijvoorbeeld aandelen, obligaties of grondstoffen. In deze cursus spreken we over effecten als waardepapieren die verhandelbaar zijn aan een beurs.

Forex:

De international benaming voor de handel in valuta. Onder de handel in valuta valt bijvoorbeeld het handelen in de Euro/Dollar of de Euro/Japanse Yen. De handel in valuta verloopt dus altijd in paren van 2 valuta’s.

Indices:

Een index (mv: indices) is een gewogen gemiddelde van aandelen binnen een betreffende index. Een bekend voorbeeld van een index is de AEX index, die de waarde vertegenwoordigt van de 25 meest waardevolle Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. Een verandering van de index is dus altijd een gemiddelde van alle aandelen die binnen deze index staan genoteerd. Andere bekende indices zijn de Amerikaanse indices DowJones, S&P500, de Duitse DAX en de Franse CAC40.

Stop Limit:

Een Stop Limit is een limiet (bovengrens) die u instelt bij het kopen van een beleggingsproduct. Wanneer deze koers wordt bereikt wordt het product automatisch weer verkocht. Het instellen van deze limiet kan ervoor zorgen dat u uw winst beschermt.

Stop Loss:

Een Stop Loss is een limiet (ondergrens) die u instelt bij het kopen van een beleggingsproduct. Wanneer deze koers wordt bereikt wordt het product automatisch weer verkocht. Het instellen van deze limiet kan ervoor zorgen dat u uzelf beschermt tegen zeer grote verliezen

Klik hier om naar hoofdstuk 2, Hoe werken CFD’s? te gaan.

Index cursus beleggen voor beginners

  1. Belangrijke begrippen voor beginnende beleggers
  2. Hoe werken CFD’s?
  3. Op welke manier kan ik winst maken met CFD beleggen?
  4. Het beheersen van uw risico’s
  5. Praktische zaken
  6. Beginnen met handelen in CFD’s